Je eigen stroom volgen (hoe doe je dat in hemelsnaam?)
Vanochtend was ik met cliënt Richard in het prachtige parkje Sorghvliet. De voormalige buitenplaats van Jacob Cats, die het had laten aanleggen om er zijn ‘sorghen te laten vlieden’. We spraken over onze voorbije vakantie, Hoe fijn het was om even uit de dagelijkse hectiek en sleur te zijn, en op een nieuwe plek te vertoeven. Niks te hoeven, nieuwe dingen te ontdekken. Even weg van het dagdagelijkse, dat vaak gevuld is met plannen, moeten, doen, je opgejaagd (of verveeld) voelen.
We namen plaats op een bankje aan het water. Het was een prachtig klein riviertje, omringd door groen. Hoe langer we er zaten, hoe meer we zagen. Libelles, visjes, bomen die daar waarschijnlijk al langer stonden dan wij leefden. Een blaadje dat van een tak dwarrelde en verder dreef op het water. De natuur heeft geen haast, concludeerden we. Alles groeit en beweegt zoals het bedoeld is. We kwamen ook tot de conclusie dat om te zien hoeveel er in dat korte tijdsbestek dat wij er waren, gebeurt, je zelf ook moet vertragen. Anders loop je eraan voorbij.
In de stroom van dit riviertje zag Richard zijn eigen levenspad weerspiegeld. Waar het ontsproot, zag hij als het begin van zijn leven. Een wat smal begin, waar het water donker leek. Water dat doorstroomde naar het midden: een open en breed gedeelte, met veel licht en mogelijkheden. En vervolgens verderop weer een versmald stuk, het heden. Vlak boven het water hing een tak die nog maar net z’n hoofd boven water kon houden. Dit was herkenbaar voor hem. Het verdere verloop van dit watertje konden we vanaf ons bankje niet zien. (Toen we daarna een stukje verder liepen, zagen we dat het water rustig verder kabbelde. Dat was hoopgevend.)
Alles uit het leven halen
Eenmaal thuis bedacht ik hoe mijn eigen levensrivier eruit zou zien. Ik stelde me een onstuimige bron voor, met bruisend water dat zin had om te gaan stromen. Maar het water kon al snel niet verder. Het klotste tegen oevers aan, die het water terugduwden. Waardoor het stil kwam te liggen. Vanuit die frustratie nam ik me al jong voor: ik ga leven! Ik ga alles uit het leven halen wat erin zit. Ik wil en ga niet, zoals ik de volwassenen om me heen zag doen, in een vanzelfsprekende en in mijn ogen onbewuste stroom mee van studeren, een vaste baan, trouwen, kinderen krijgen en vervolgens via je pensioen langzaam opdrogen, richting het totale droogvallen. Prachtig dat ik daar al, als puber, iets van mijn eigen waarheid, mijn eigen pad, kon zien en voelen. Alleen maakte ik ook een flinke denkfout. Ik legde druk op bijna elke keuze die ik maakte. Ga ik naar de dansacademie of letteren studeren? Blijf ik in Nederland of ga ik naar een derdewereldland? Ga ik schrijven of onderwijzen? Ik ben hier tenslotte niet voor niks, ik moét het goede doen! Maar wat was het goede, wat was mijn pad? Het werd bijna een obsessie. Op elke keuze lagen kilo’s beton. Er was een gerede kans dat ik maar één leven had, dus daar moest het allemaal in.
Naarmate de tijd vorderde, kreeg ik ook haast. Ik ging versnellen, en nog meer zoeken. Zo werd de in oorsprong prachtige vraag ‘Wat is mijn pad?’, een energieslurper van jewelste. Een kwelling bijna.
Een avontuurlijke binnenwereld
Gelukkig, en paradoxaal genoeg, ontmoette ik een hele leuke man, waarmee ik trouwde en kinderen kreeg. Dat gaf focus, en (enige) rust. En ik ging integratieve psychotherapie studeren, waarmee er – verrassend genoeg – een nieuwe wereld voor me openging! Wat me in eerste instantie saai leek (een eigen praktijk, geen collega’s, elke dag cliënten met problemen die ik zou moeten oplossen), bleek het tegenovergestelde. Ik ontdekte hoeveel er te beleven was in die zogenaamde binnenwereld, in die van mezelf, én van anderen. De wereld van gevoelens, beelden, herinneringen, verlangens. Van ons onderbewuste. Ik leerde er Jung kennen, die over het persoonlijk en collectieve onderbewuste sprak. Een veld van informatie waar al onze ervaringen liggen opgeslagen. Mindblowing! De reis naar binnen bleek een onbegrensde en avontuurlijke ontdekkingstocht.
En zo ervaar ik dat nog steeds. Bij ieder wat diepgaander contact, met mezelf of met een ander, kan ik me verwonderen over wat er uit de diepte naar boven kan komen drijven. Een van de mooiste ontdekkingen in deze nieuwe zoektocht is misschien wel dat je je er alleen maar voor hoeft open te stellen. Dat zoeken, rennen en haasten je juist van je pad afbrengt. Ik was al die tijd al op mijn pad, maar bleef tussen de bomen door maar zoeken naar een andere, betere weg. Dat beseffende, kwam en kom ik steeds meer thuis in mezelf.
Maar dat hoofd hè…
Nu klinkt dat wel heel leuk: ‘je hoeft je er alleen maar voor te openen’ en ‘thuiskomen in jezelf’. Maar zo eenvoudig bleek en blijkt dat nog niet. Oude patronen zijn (en blijven, heb ik inmiddels bijna geaccepteerd) hardnekkig. En zo verval ik toch nog regelmatig in twijfelen en zoeken buiten mezelf. Gelukkig herken ik dat nu sneller, en weet ik welk gereedschap ik uit mijn kist moet halen als ik in oude draaikolken terecht dreig te komen.
Grappig bijna, hoe moeilijk dat kan zijn, dat herkennen en ingrijpen. Want: een kind kan de was doen. Ja echt, het is kinderlijk eenvoudig, maar als volwassenen kunnen we het onszelf zo ontzettend moeilijk maken. Omdat we alles willen bedenken, verklaren, oplossen, controleren. Prachtig, dat brein, maar niet om je binnenwereld mee te verkennen. Daar waar je diepste verlangens liggen opgeslagen, je talent, je innerlijke richtingaanwijzers. In je essentie vind je de antwoorden op je levensvragen, niet in je denken.
Ik ben ook bang
Mijn zoektocht is van richting veranderd. In plaats van voort te snellen op mijn weg, een horizontale beweging zou je kunnen zeggen, probeer ik af te dalen in mezelf. Van hoofd naar hart naar buik, van boven naar beneden (en weer terug). Als ik dat volg, kunnen mijn benen en voeten me in beweging brengen. Ik heb geen idee waar ik uitkom, maar ik ga voort. Vertragen is daarbij van groot belang, en helemaal niet wat mijn persoonlijkheid wil. Die jaagt me op: doorzwemmen jij! Lastig, maar ook logisch. Die innerlijke pusher probeert me weg te houden van dat wat ik óók tegenkom in mijn innerlijke zoektocht: mijn angsten. In de donkere dieptes van mijn gevoelsleven liggen niet alleen maar schitterende goudklompjes en richtingaanwijzers klaar om opgedolven te worden. Ook dat waar ik ten diepste bang voor ben. Wat mij óók voortstuwt, en mijn keuzes bepaalt. Maar zolang dat maar onbewust blijft, hoef ik het niet onder ogen te komen. Dus: houd je blik maar liever op de lonkende verten in de toekomst gericht, zegt mijn persoonlijkheid. Laat die diepste verlangens en angsten maar lekker liggen. Wie weet waar je dan verantwoordelijkheid voor moet nemen… (lees meer over je persoonlijkheid en essentie in mijn blog Oei, ik groei!).
De conclusie? Reizen in je binnenwereld is uiterst opwindend. Dit betekent niet dat ik nooit meer fysiek op pad ga, of hoef (ik ga binnenkort 7 weken met een camper op pad, in m’n uppie!). Of dat ik nooit meer iets ga studeren (ik heb me net ingeschreven voor een minor Spiritual Care aan de VU). Omdat ik wil leren, en die leergierigheid voeding nodig heeft. Van binnen en van buiten. Het enige waar ik op moet letten, is dat ik niet te snel ga. Verdieping heeft vertraging nodig. Dank je wel, Richard.
Ben je ook nieuwsgierig naar jouw richtingaanwijzers, naar jouw unieke pad? Mijn obsessie voor dit thema is (gelukkig) getransformeerd in een passie. Daarom heb ik de werkplaats je eigen weg ontwikkeld. Een plek om te vertragen en te onderzoeken, en zo te ontdekken over wat jij te doen hebt in dit leven. Voel je vrij om mee te reizen.